(GIT), een Ned. intelligentietest, gepubliceerd in 1962, genormeerd op een steekproef uit 2000 personen van 12-76 jaar. De test wordt individueel afgenomen, en duurt ca. 90 minuten.
De GIT bestaat uit tien subtests, die zo zijn gekozen, dat zij verschillende facetten van het begrip intelligentie ruim presenteren. Het verbale aspect in de intelligentie wordt gemeten via het herkennen van synonieme woorden, en het (verbale) redeneren middels analogieën en het gedurende 1 minuut produceren van een zo groot mogelijk aantal woordassociaties bij een bepaald begrip. De overige subtests worden gebruikt voor het vaststellen van: het ruimtelijk voorstellingsen oriëntatievermogen, en de mate waarin de testpersoon kan redeneren met getallen en figuren en routinematig kan rekenen. Van de GIT is ook een verkorte vorm in omloop.