Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grondeloos

betekenis & definitie

bn. (-lozer, -t), 1. zonder grond, bodemloos, oneindig diep: een grondeloze diepte; bij hem verzinkt het geld als in een grondeloze put, hij heeft nooit genoeg, komt altijd te kort;

2. (oneig.) oneindig diep of groot: de grondeloze goedheid van God;
3. zonder reden.