Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Greshoff

betekenis & definitie

Jan, Ned. letterkundige, *15.12.1888 Nieuw-Helvoet, ♱19.3.1971 Kaapstad. Greshoff was werkzaam als journalist, o.a. als kunstredacteur van De Telegraaf, hoofdredacteur van de Nieuwe Amhemsche Courant (1920—23), correspondent van Het Vaderland en de NRC te Brussel en hoofdredacteur van Het Hollandsche Weekblad (193439).

In 1912 richtte hij het tijdschrift De witte mier voor boekenvrienden op, waarvan hij ook de tweede reeks redigeerde (1924-26). In samenwerking met Jan de Vries ontstond de Geschiedens der Nederlandsche letterkunde (1925). Greshoffs stimulerende rol in het letterkundig leven van de eerste helft van de 20e eeuw blijkt vooral uit zijn activiteiten als tijdschriftleider: mederedacteur van Deti →Gulden Winckel (1925—28), bemiddelaar in de redactie van →-Forum, mederedacteur van →GrootNederland (1932—41). In 1939 bevorderde hij de oprichting van het jongerentijdschrift →Werk. Daarnaast bracht Greshoff J.G.Danser en A.Besnard tot schrijven, zette hij Elsschot na jaren weer aan tot publiceren en haalde hij Marsman uit een creatieve impasse. Bovendien gaf hij in zijn tijdschriften steeds jongeren een kans.Greshoff ontwikkelde zich als dichter tot schrijver van parlando-achtige poëzie, waardoor hij gemakkelijk aansluiting vond bij Forum. Naast poëzie schreef hij veel kritisch en essayistisch werk. Hij toont zich daarin een scherp, vaak grillig, altijd leesbaar beoordelaar. In 1939 vertrok Greshoff naar Zuid-Afrika. Werken: poëzie: Gangen tot een nieuw licht (1908), Aan den verlaten vijver (1909), Bruine liedjes (1933); memoires: Volière (1956), Menagerie (1958). Uitgaven: Verz. werk (5 dln. 1948 50); Verz. gedichten 1907-1967 (1967). litt. Schrijversprentenboek 3, J.Greshoff (1959); L.Gillet, J.Greshoff, zijn poëzie en poëtiek (1971); Greshoffnummer Tirade 17 (nr.191, 1973); P.Brachin, Faits et valeurs (1975).