m. (-s),
1. degene die iets gebruikt of zich van iets bedient, m.n. werktuigen of boeken: een register op dit werk zou voor de gebruikers praktisch zijn;
2. (recht) hij die het zakelijk recht van gebruik van eens anders zaak heeft: de — mag zijn recht aan geen ander afstaan of verhuren; (ook) hij die eens anders huis of erf (b.v. als huurder) in gebruik of genot heeft.