(gebruikte, heeft gebruikt), zich hetzij geregeld, hetzij bij een bepaalde gelegenheid bedienen van, gebruik maken van: een stuk papier —; een mantel — voor de regen; de koopman vroeg ons of we niets konden — ,niets nodig hadden ;iets best kunnen —, er zeer veel aan hebben; (van werktuigen) ermee verrichten waartoe zij bestemd of dienstig zijn: hamer en nijptang —; de agenten moesten de wapenstok — om de zaal te doen ontruimen; iets weten te —, er zich goed van kunnen bedienen, het weten te hanteren; zijn pen weten te —, met de pen weten om te gaan, een goede stijl of schrijftrant hebben; hij weet zijn handen te —, hij is praktisch en handig; zijn tong weten te —, goed praten; zijn ogen —, goed rondkijken om alles op te nemen; zijn eigen ogen —, uit eigen ogen zien, met zijn eigen oordeel te rade gaan; zich van iets bedienen om er wat van te maken of ermee toe te bereiden: vermicelli in de soep —; van spijzen en dranken: ze nuttigen, hetzij als gewoonte of bij een bepaalde gelegenheid: vlees —; wilt u ook iets —?, het een of ander nuttigen, m.n. als verversing; drinken: hij gebruikt een beetje te veel; een maal —, het nuttigen; een geneesmiddel inwendig of uitwendig —, aanwenden; kinine —, innemen; veel geld in de handel —, in het groot inkopen; van ruimte-uitgebreidheden: een zolder —; deze kamer — we niet; van onstoffelijke zaken: iemands hulp —, zich ervan bedienen; raadplegen:een atlas —; welke bronnen hebt u bij de samenstelling van uw werk gebruikt?; zijn verstand —, behoorlijk nadenken; iets als middel — tot zeker doel, het daartoe aanwenden; geweld, list, bedrog —, (macht, gezag, rechten, invloed enz.) tot bereiken van een bepaald doel aanwenden; bij de rechtspraak toepassen, rechtspreken, volgens zeker recht: in kerkelijke zaken gebruikt men er nog het canonieke recht; (van gunstige gelegenheden, omstandigheden, toestanden enz.) ze zich ten nutte maken, er zijn voordeel mee doen; van de tijd: zijn tijd goed —, aanwenden, besteden; hij heeft zijn vakantie goed gebruikt en is nu klaar voor zijn examen; (van woorden, namen, uitdr., zegsw. enz.) zich ervan bedienen; weinig woorden —, karig zijn met zijn woorden, ofwel kort over iets spreken of schrijven; hij gebruikte weinig woorden, wist het kort en bondig te zeggen; iemands woorden —, zich met iemands woorden uitdrukken, iemands woorden tot de zijne maken; iemands naam —, als aanbeveling bij anderen om ergens toegelaten te worden; Gods naam ijdel —, Gods naam lichtvaardig en zonder enig doel aanroepen, die misbruiken, vloeken; (van redenen, bewijsgronden, voorbeelden, spr., gelijkenissen enz.) er zich van bedienen, ze bijbrengen of aanvoeren; (van personen) dienst, nut hebben van: ga maar weg, ik kan je niet —; iemand weten te —, van zijn bekwaamheid, macht of invloed profijt weten te trekken; (ook) weten welke arbeid voor hem de geschiktste is; zich laten —, zijn diensten ten beste geven; meest in verachtelijke zin, zich tot lijdzaam werktuig in de hand van anderen stellen; zich voor alles laten —, zich tot allerlei lage en vernederende diensten lenen; hengsten, stieren enz. —, ze tot de voortplanting laten dienen, ze laten dekken, springen enz.; een meisje, een vrouw —, er zich van bedienen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk