Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

feitelijk

betekenis & definitie

bn. en bw.,

1. in een daad of daden bestaand, meestal in de rechtstaal gebruikelijk: — geweld; feitelijke aanranding; de feitelijke rechter, onjuist gebruik voor rechter die over de feiten oordeelt, judex facti;
2. het karakter van een feit dragend, uit de feiten blijkend, werkelijk: de feitelijke toestand; bw.: inderdaad, in werkelijkheid: — heeft hij ongelijk; eigenlijk, — is hij de schuldige.