Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geweld

betekenis & definitie

o.,

1. dwang, macht: ik was in zijn -;
2. uiting van macht, kracht: hij zocht de stad met van wapenen te hernemen; van —, geweldig, krachtig, zeer groot: dat was een buitenkansje van -;
3. kracht die met hevigheid, onstuimigheid wordt uitgeoefend: hij rukte met de deur open; (oneig.) hij wilde met alle — naar huis, volstrekt, per se;
4. zeer sterk gedruis, leven, drukte: een donderend maak niet zo’n —; — over iets maken, er veel beweging, drukte over maken;
5. misbruik van macht, toepassing van het recht van de sterkste, gewelddadigheid (e): gebruiken; iemand doen (of aandoen), gewelddadig tegen hem handelen; een meisje aandoen, haar verkrachten; zichzelf aandoen, met kracht van geest zich tot iets dwingen, zich beheersen, zijn driften beteugelen; zijn geweten, zijn overtuigingen — aandoen, er een gewrongen uitleg aan geven; voor (het) — zwichten, voor overmacht bukken; met, door -, door gewelddadige middelen of door dwang: met — verschafte hij zich toegang; de opstand werd met — onderdrukt; (in verzwakte opvatting) aandrang: ik trachtte hem met zacht daartoe te overreden; (bij persoonsverbeelding) dwingelandij: het dienen; (zegsw.) de waarheid aandoen, verdraaien, niet oprecht spreken; (recht) gewelddadige handeling tegen personen of goederen: diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van of bedreigingen met — tegen personen.

(e) In de sociologie is geweld de opzettelijke vernietiging of beschadiging van een persoon of goed met het doel invloed uit te oefenen. Het is te zien als een uiterst dwangmiddel om een zeker doel te bereiken, dat gehanteerd wordt als andere middelen (overleg, overreding, enz.) gefaald hebben. Gebruik van geweld kan verklaard worden uit individuele kenmerken van de betrokken personen of groepen, maar ook en vooral uit een in de ogen der geweldplegers ongelijke verdeling van macht of zaken waaraan macht ontleend kan worden, en de onmogelijkheid daaraan op andere wijze iets in hun voordeel te veranderen.

Geweld is door de geschiedenis der mensheid heen altijd gebruikt, maar er zijn meer en minder gewelddadige perioden te onderscheiden. In de jaren zeventig van de 20e eeuw is in de westerse wereld een opleving van het gebruik van geweld ontstaan, niet zozeer in grote oorlogen tussen staten, maar meer op het niveau van bedreiging van de individuele burger (criminaliteit, jeugdbendes) en in de relatie meerderheid-minderheden (Ierland, separatistische bewegingen in diverse Europese landen, Zuidmolukkers in Nederland). In vele dictatoriaal geregeerde landen wordt van overheidswege geweld gehanteerd ➝geweldsmonopolie), geïnstitutionaliseerd in krijgsmacht en/of politieapparaat, om andersdenkenden (dissidenten) de mond te snoeren. Zij die door dreiging met en gebruik van geweld trachten hun politieke eisen ingewilligd te krijgen, worden terroristen genoemd. Zij bedreigen de westerse democratieën op een kwetsbaar punt, aangezien het bijzonder moeilijk is alle gewelddaden, m.n. die met een politiek karakter, uit te sluiten zonder van een land een politiestaat te maken. ➝dwang.

litt. A.Hoogerwerf, Politicologie; begrippen en problemen (1972).