Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie K
- k
- K 2
- k-schil
- K-stuk
- K-vangst
- k-waarde
- K.G
- K.H
- K.I
- k.k
- k.o
- k.z
- ka
- ka merscherm
- ka, (afk.)
- Ka, meisjesnaam
- Kaab ibn Zoehair
- Kaäba
- kaag, (polder)
- kaag, (vaartuig)
- Kaag, De
- kaai (ka, kade)
- kaai drager
- kaai meester
- kaaidijk
- kaaidraaien
- kaaigeld (kadegeld)
- kaaiman
- kaaimansnoeken
- kaaimuur
- kaak
- kaak, (schandpaal)
- kaakabces
- kaakband
- kaakbevestiging
- kaakbreker
- kaakdragers
- kaakfractuur
- kaakgewricht
- kaakholte
- kaakje
- kaakklem
- kaaklozen
- kaakmand
- kaakontsteking
- kaakontwrichting
- kaakorthopedie
- kaakslag
- kaakspier
- kaaktaster
- kaakworm
- kaakziekte
- kaal
- kaalheid
- kaalkopibis
- kaalkopkraai
- kaalslag
- kaalwild
- kaam
- kaan
- kaan, (vaartuig)
- kaap
- Kaap de Goede Hoop
- kaap, (bouwwerk)
- kaap, (zeevaart)
- Kaapflora
- Kaapkolonie
- Kaapprovincie
- Kaaps
- Kaaps gebied
- Kaaps viooltje
- kaapschip
- Kaapse gom
- Kaapse hyacint
- Kaapse suikervogels
- Kaapse wolken
- Kaapstad
- kaapstander
- kaapvaart
- Kaapverdisch
- Kaapverdische Eilanden
- kaar (geologie)
- kaar (karen)
- kaard
- kaardafval
- kaardbeslag
- kaarde
- kaardebol
- kaarden
- kaarderbij
- kaarderij
- kaardespin
- kaardgarenspinnerij
- kaardmachine
- kaardtrommel
- kaardwol
- kaardwolf
- kaars, v./m. (-en)
- kaarsenbak
- kaarsenkroon
