(plantengeografie) Capensis, het zuidwestelijk deel van Zuid-Afrika, tussen de Oceaan en een lijn die ongeveer verloopt over de Bokkeveldberg, Cederberg, Langeberg, Baviaanskloofbergen tot Humansdorp op de zuidkust. Het klimaat is subtropisch-mediterraan, met winterregens en zomerdroogte; op de bergen is er veel meer neerslag en mistvorming.
De vegetatie, die door de mens wel sterk beïnvloed is, bestaat overwegend uit altijdgroene, hardbladige (dikwijls ook kleinbladige) struikformaties, het zgn. fijnbos, dat aan →maquis uit het mediterrane gebied herinnert. Het zijn zeer soortenrijke vegetaties, 1—4 m hoog, zonder sterk overheersende soorten; maar de grootbloemige Proteas en de tot 10 m uitschietende zilverboom (Leucadendron argenteum) vallen wel op. Het fijnbos wordt dikwijls door afbranden verjongd. Het betreft ten slotte een vervangingsgemeenschap van het oorspronkelijk hardloofbos, waarvan verspreid langs de zuidkust nog relicten aanwezig zijn. Hierin zijn boomsoorten van o.a. de geslachten Olea, Celtis, Podocarpus, Ocotea, Cunonia aanwezig, wat tegelijk op verwantschap met tropisch Afrika, Zuid-Amerika en het mediterrane gebied wijst. De flora van het Kaaps gebied is buitengewoon rijk (→Kaapflora).
