m. (-s), windas waarvan de spil verticaal staat.
(e) De kaapstander is meestal vast opgesteld. Op schepen wordt de kaapstander (daar veelal gangspil geheten) voor het inhalen van kettingen of hijskabels gebruikt, op kaaien en sluizen bij het openen van bruggen en sluisdeuren. Mobiele kaapstanders worden bij bouwwerken e.d. toegepast. Vroeger werden kaapstanders met de hand bewogen, tegenwoordig met stoom of elektriciteit.