Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Chocó

betekenis & definitie

Colombiaans dep. aan de Grote Oceaan; 47205 km2; 226300 inw. (waarvan een deel behoort tot het zwarte ras); hoofdstad: Quibdo, aan de Atratorivier, (50400 inw.). Het grootste gedeelte van dit dep. behoort tot de lage kust van de Grote Oceaan. De Atrato die vele zijrivieren heeft, ontspringt in Chocó, stroomt naar het noorden en mondt uit aan de Caribische kust.

Het klimaat is heet en zeer vochtig. Landbouw: bananen in het noorden, verder kokos (palmen), suikerriet, vijgen. Visvangst op zee en in de vele rivieren.

80 km ten zuiden van Quibdo ligt een mijngebied dat 85 % van de platinaproduktie en 13 % van de goudproduktie van Colombia levert. Er is enige houtindustrie. De industrie bevindt zich nog in een beginstadium.

Door het graven van een kanaal tussen een zijrivier van de Atrato en de Grote Oceaan wordt een verbinding tot stand gebracht tussen de Grote Oceaan en de Caribische Zee.

De Spaanse kolonisatie op het vaste land van Amerika begon in het dep. Chocó; de eerste stad werd gesticht in 1510, Santa Maria la Antigua del Darién.