Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 16-07-2020

Tangled bank-hypothese

betekenis & definitie

Argumentatie die stelt dat geslachtelijke voortplanting in stand gehouden wordt door natuurlijke selectie die uitgaat van een ruimtelijk heterogeen en complex milieu

De tangled bank-hypothese is een van de vier hoofdverklaringen voor het evolutionair voordeel van seksualiteit. Hij werd geïntroduceerd door de Engelse evolutiebioloog Graham Bell, in een boek gepubliceerd in 1982. Bells redenering was dat in een ruimtelijk heterogeen milieu het voor de ouders loont om de genetische diversiteit van hun nakomelingen te maximaliseren. Daarmee is verzekerd dat tenminste een deel van de nakomelingen zal overleven in een habitat dat anders is dan het ouderlijke. Die genetische diversiteit kan gerealiseerd worden door seksuele reproductie.

Volgens Bells hypothese zou geslachtelijke voortplanting geassocieerd moeten zijn met ruimtelijk variabele en complexe milieus en zou parthenogenese moeten ontstaan in homogene milieus met een constant voedselaanbod.

De hypothese vindt veel steun in het voorkomen van parthenogenese bij ongewervelde dieren, bijvoorbeeld bladluizen die parthenogenetisch zijn zolang ze leven op een plant die voldoende voedsel geeft maar seksueel worden als ze uitzwermen naar een andere locatie. Ook het voorkomen van parthenogenese bij vele bodemdieren, afgezet tegen het behoud van seksuele reproductie bij bovengrondse soorten, is sterke steun.

Overigens heeft Graham Bell later afstand gedaan van zijn eigen idee en werd aanhanger van de Red Queen-hypothese. Nog twee andere verklaringen voor het bestaan van seksualiteit zijn de argumenten van Mullers palwiel en de genetische belasting.

Het beeld van de tangled bank (“verknoopte walkant”) is afkomstig uit de laatste alinea van Charles Darwins boek “The Origin of Species”. Mogelijk had Darwin de berm van holle wegen in het Engelse landschap voor ogen, maar de term wordt ook wel anders vertaald.