Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 21-04-2020

Landbouwrevolutie

betekenis & definitie

Grote omwenteling in de levenswijze van de mens waarbij groepen zich vestigden op een plaats, planten en dieren begonnen te domesticeren en de bevolking toenam in complexiteit en aantallen

De landbouwrevolutie, ook genoemd neolithische transitie, is een zeer ingrijpende verandering in de levenswijze van de mens, die plaatsvond in het Holoceen, dat 11.650 jaar geleden begon. Na dit kantelmoment spreken we van de nieuwe steentijd, of Neolithicum. De Canadese antropoloog Robert Wright schreef dat de menselijke carrière in twee periodes is te verdelen: alles wat vóór en alles wat na de neolithische transitie gebeurde.

In de oude steentijd (Paleolithicum) leefden mensen zonder vaste woonplaats, maar nu gingen ze zich vestigen op één plaats: ze werden sedentair. Tegelijkertijd begonnen de mensen planten en dieren uit hun omgeving te selecteren en door kweken en fokken aan te passen aan hun behoeftes. Terwijl de oude jager-verzamelaar-groepen een weinig hiërarchische structuur hadden en geen nadruk legden op bezit, kregen de landbouwgemeenschappen een grote sociale complexiteit. Bovendien nam ook de bevolking geweldig toe in aantallen.

Deze veranderingen deden zich voor op verschillende plekken ter wereld, onafhankelijk van elkaar. Als eerste zien we het gebeuren in het Midden-Oosten, ongeveer 10.000 jaar geleden, in de regio die bekend staat als de “vruchtbare halve maan”, grofweg het stroomgebied van de Eufraat en de Tigris. Maar ook in Midden Amerika (9.000 jaar geleden) en in China (7.000 jaar geleden) traden soortgelijke veranderingen op.

De vraag is wat de belangrijkste factor was die de omwenteling in gang zette. Tegenwoordig legt men de nadruk op culturele complexiteit als drijvende factor. De complexe maatschappij maakte een sedentaire levenswijze nodig. Vervolgens ging men landbouw bedrijven. Daarna begon de populatie exponentieel te groeien.