waaien - regelmatig werkwoord
uitspraak: waai-en
1. blazen, lucht verplaatsen
♢ het waait: de bladeren vallen van de bomen
1. laat maar waaien
[laat maar zitten, praat er niet meer over]
Regelmatig werkwoord: waai-en
het waait
het waaide
het heeft gewaaid
waaiend, waaiende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.