Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

lucht

betekenis & definitie

lucht - zelfstandig naamwoord

1. wat je ruikt
wat hangt er een vreemde lucht in de keuken
2. ruimte boven de aarde
♢ ik zie grote wolken in de lucht voorbijgaan
1. het schip is in de lucht gevlogen
[ontploft]
2. dat is uit de lucht gegrepen
[dat kun je niet bewijzen]
3. de kritiek was niet van de lucht
[er was veel kritiek]
4. het programma gaat de lucht in
[wordt uitgezonden]
5. een gat in de lucht springen
[heel blij zijn]
6. dat is uit de lucht gegrepen
[verzonnen, niet waar]
7. er hangt iets in de lucht
[er gaat iets gebeuren]
8. de kou is uit de lucht
[het conflict is voorbij]
9. dat is een slag in de lucht
[iets wat nergens op gebaseerd is]
10. iets in de lucht laten vliegen
[het opblazen]
11. een vliegtuig uit de lucht halen
[het neerschieten]
12. de lucht breekt
[de wolken gaan uiteen]
13. niet van de lucht zijn
[veel voorkomen]
14. er is geen vuiltje aan de lucht
[het is helemaal in orde]
3. mengsel van zuurstof en stikstof dat je inademt
♢ hij is benauwd, hij krijgt geen lucht
1. in de open lucht
[buiten]
2. hij leeft van de lucht
[heeft weinig geld nodig]
3. we gaan een luchtje scheppen
[buiten lopen]
4. hij doet alsof zij lucht is
[alsof hij haar niet ziet]
5. het zit in de lucht
[iedereen heeft er last van]
6. frisse lucht
[de buitenlucht]
7. geen lucht krijgen
[moeilijk kunnen ademhalen]
8. een luchtje scheppen
[buiten een wandeling maken]
9. van de lucht leven
[heel sober]

Zelfstandig naamwoord: lucht
de lucht
de luchten
het luchtje

Synoniemen
firmament, geur, hemel, luchtje, reuk


Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis?Word vriend van Ensie en ontvang een gratis encyclopedie!