Synoniem van waaien

waaien - heeft de wind als onderwerp of wordt onpersoonlijk gebruikt. Hard waaien heet stormen (alleen als onpersoonlijk werkwoord). Krachtig waaien heet blazen; alleen de wind kan hiervan het onderwerp zijn: 'er blaast een felle wind'.

Blazen beteekent met meer kracht dan gewoonlijk door de saamgetrokken lippen adem uitstooten; verder wordt het gebezigd van eiken krachtigen luchtstroom. Hieruit volgt, dat blazen, van den wind gebezigd, alleen mag gezegd worden van een hevigen wind. Het waait hard. De wind blaast mij in het gezicht.

waaien - regelmatig werkwoord
uitspraak: waai-en

1. blazen, lucht verplaatsen
♢ het waait: de bladeren vallen van de bomen
1. laat maar waaien
[laat maar zitten, praat er niet meer over]

Regelmatig werkwoord: waai-en
het waait
het waaide
het heeft gewaaid
waaiend, waaiende