uitschreeuwen - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-schreeu-wen
1. door schreeuwen laten weten wat je voelt
♢ Xandra schreeuwde het uit van de pijn
2. luid roepen
♢ de uitgeschreeuwde bevelen waren in het hele kamp te horen
Regelmatig werkwoord: uit-schreeu-wen
ik schreeuw uit (... ik uitschreeuw)
jij/u schreeuwt uit (... jij uitschreeuwt)
hij/zij schreeuwt uit (... hij uitschreeuwt)
wij/zij/jullie schreeuwen uit (... wij uitschreeuwen)
ik/jij/u/hij/zij schreeuwde uit (... ik uitschreeuwde)
wij/zij/jullie schreeuwden uit (... wij uitschreeuwden)
hij heeft uitgeschreeuwd
de/het/een uitgeschreeuwde ....
uitschreeuwend, uitschreeuwende
Synoniemen
schreeuwen
Tegenstellingen
fluisteren, lispelen
Gepubliceerd op 14-11-2017
uitschreeuwen
betekenis & definitie