Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

schreeuwen

betekenis & definitie

schreeuwen - regelmatig werkwoord
uitspraak: schreeu-wen

1. ergens veel nadruk op leggen omdat je er erg trots op bent
♢ hij schreeuwt wel, maar er komt weinig uit zijn handen
2. luid roepen
♢ schreeuw niet zo, ik versta je wel!
1. dat schreeuwt tot God
[vraagt om wraak]
2. dat is geen zingen, dat is schreeuwen
[het lijkt nergens naar]
3. zijn keel kapot schreeuwen
[zich moe, hees of schor schreeuwen]
3. luid roepen om te laten weten dat er pijn of nood is
♢ Sven schreeuwde van kwaadheid
1. moord en brand schreeuwen
[veel herrie maken als er iets vervelends met je gebeurt]
2. schreeuwen als een mager varken
[heel hard schreeuwen]
3. schreeuwen voordat je geslagen wordt
[voordat er iets gebeurd is]
4. op een heftige manier je afkeuring laten blijken
♢ veel mensen schreeuwen om zaken waar ze geen verstand van hebben
5. dringend nodig hebben
♢ die wantoestand schreeuwt om verbetering

Regelmatig werkwoord: schreeu-wen
ik schreeuw
jij/u schreeuwt
hij/zij schreeuwt
wij/zij/jullie schreeuwen
ik/jij/u/hij/zij schreeuwde
wij/zij/jullie schreeuwden
hij heeft geschreeuwd
de/het/een geschreeuwde ....
schreeuwend, schreeuwende

Synoniemen
pochen, razen, tekeergaan, tieren, uitschreeuwen

Tegenstellingen
fluisteren, lispelen