Wat is de betekenis van lispelen?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

lispelen

Het begrip lispelen heeft 4 verschillende betekenissen: 1) s-klanken sissend uitspreken. bij wijze van spraakgebrek de s-klanken en z-klanken met een sissend geluid uitspreken door de tong tegen of tussen de voortanden te plaatsen. 2) iets al lispelend zeggen. iets al lispelend zeggen. 3) zacht of fluisterend spreken. zacht o...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lispelen

lispelen - Werkwoord 1. zacht en door verkeerd uitgesproken sisklanken moeilijk verstaanbaar spreken "Nee hoor, dat mag ik niet van m'n moeder" lispelde ze. Woordherkomst van het Middelnederlands lispelen; kan zo worden opgevat als (freqtt) lispen met het achtervoegsel -el Syno...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lispelen

lispelen - regelmatig werkwoord uitspraak: lis-pe-len 1. heel zacht praten ♢ je moet niet zo lispelen, laat je toch eens horen! 2. de s en de z met zacht gesis uitspreken ♢ door de beugel die hi...

2024-04-19
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Lispelen

(o.), → sigmatismus (interdentalis)

2024-04-19
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Lispelen

slissen, zie aldaar.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lispelen

(lispelde, heeft gelispeld), 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren : ja, lispelde zij; 3. (fig.) ruisen (van de wind, de bladeren enz.); de wind lispelde in de blaren.

2024-04-19
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

LISPELEN

is een spraakgebrek waarbij het de spreker niet lukt een juiste sisklank (j, z) voort te brengen: de tongpunt, in plaats van naar beneden gericht te zijn, raakt de boventanden of wordt tussen de tandrijen zichtbaar. Op het oor maken de gelispelde s en de z ongeveer de indruk van ƒ en v of van de Engelse th (i...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lispelen

lispelde, h. gelispeld (1 de s en z met zeker gesis laten horen; 2 fluisterend spreken; lispelend iets zeggen): 1. deze redenaar lispelt een weinig; 2. die meisjes lispelen met elkaar; zij lispelde ja; fig. de wind lispelt in het riet, ruist.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Lispelen

of sigmatisme is de foutieve uitspraak van den s-klank, een der meest voorkomende stamelfouten. Men onderscheidt: 1° Sigmatismus addentalis of tegentandsch sigmatisme. Dit ontstaat, als de tong gedrukt wordt tegen de tandrijen (lijkt op de Engelsche th), komt alleen functioneel voor, is vrij zeldzaam (het meest bij achterlijke kinderen). 2°...