Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

uitschrijven

betekenis & definitie

uitschrijven - onregelmatig werkwoord
uitspraak: uit-schrij-ven

1. tot het einde toe schrijven
♢ de oude, vermoeide schrijver is uitgeschreven
2. schrijven tot het af is
hij heeft de hele brief uitgeschreven
3. bekendmaken dat iets plaats zal vinden
♢ het bestuur heeft een wedstrijd uitgeschreven
1. een vergadering uitschrijven
[plannen]
4. schrijvend formuleren
♢ de wiskundeleraar heeft de formule uitgeschreven
5. schrappen of wissen uit een bestand
♢ Lisa is uitgeschreven uit het bevolkingsregister

Onregelmatig werkwoord: uit-schrij-ven
ik schrijf uit (... ik uitschrijf)
jij/u schrijft uit (... jij uitschrijft)
hij/zij schrijft uit (... hij uitschrijft)
wij/zij/jullie schrijven uit (... wij uitschrijven)
ik/jij/u/hij/zij schreef uit (... ik uitschreef)
wij/zij/jullie schreven uit (... wij uitschreven)
hij heeft uitgeschreven
de/het/een uitgeschreven ....