telefoneren - regelmatig werkwoord
uitspraak: te-le-fo-ne-ren
1. door de telefoon met iemand praten
♢ ik heb naar huis getelefoneerd
Regelmatig werkwoord: te-le-fo-ne-ren
ik telefoneer
jij/u telefoneert
hij/zij telefoneert
wij/zij/jullie telefoneren
ik/jij/u/hij/zij telefoneerde
wij/zij/jullie telefoneerden
hij heeft getelefoneerd
telefonerend, telefonerende
Synoniemen
bellen, opbellen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk