Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

telefoneren

betekenis & definitie

telefoneren - regelmatig werkwoord
uitspraak: te-le-fo-ne-ren

1. door de telefoon met iemand praten
ik heb naar huis getelefoneerd

Regelmatig werkwoord: te-le-fo-ne-ren
ik telefoneer
jij/u telefoneert
hij/zij telefoneert
wij/zij/jullie telefoneren
ik/jij/u/hij/zij telefoneerde
wij/zij/jullie telefoneerden
hij heeft getelefoneerd
telefonerend, telefonerende

Synoniemen
bellen, opbellen