Synoniemen zoeken
Synoniem van telefoneren
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
telefoneren
telefoneren - een telefoongesprek hebben. Een bepaling met 'met' is niet verplicht. In informele taal zeg je bellen (met).
Zie: opbellen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
telefoneren
telefoneren - regelmatig werkwoord
uitspraak: te-le-fo-ne-ren
1. door de telefoon met iemand praten
♢ ik heb naar huis getelefoneerd
Regelmatig werkwoord: te-le-fo-ne-ren
ik telefoneer
jij/u telefoneert
hij/zij telefoneert
wij/zij/jullie telefoneren
ik/jij/u/hij/zij telefoneerde
wij/zij/jullie telefoneerden
hij heeft getelefoneerd
telefonerend, telefonerende
Synoniemen
bellen, opbellen