Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

telefoon

betekenis & definitie

telefoon - zelfstandig naamwoord
uitspraak: te-le-foon

1. apparaat waarmee je op afstand met iemand kunt praten
wij hebben zo'n telefoon met druktoetsen
1. de telefoon gaat
[hij zoemt of rinkelt]
2. er is telefoon voor je
[iemand belt je op]
3. een telefoontje krijgen
[iemand belt je op]

Zelfstandig naamwoord: te-le-foon
de telefoon
de telefoons
het telefoontje