Wat is de betekenis van Telefoneren?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

telefoneren

1) (1989) (wielr.) laten blijken dat je van plan bent te gaan demarreren*. De term werd ontleend aan de bokssport. Frans: téléphoner. Engels: to telegraph. • Die jump, die demarrage ontbreekt nog wat bij hem, het is allemaal nog wat teveel getelefoneerd. (De Morgen, 16/02/1989) • De Fransman Thierry Marie koos een aantal ke...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

telefoneren

telefoneren - Werkwoord 1. (inerg) een telefoon gebruiken Hij telefoneert urenlang met vrienden. Woordherkomst afgeleid van het Franse téléphoner met het achtervoegsel -eren Synoniemen bellen, opbellen

2024-03-28
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Telefoneren

Telefoneren - het ongewild verraden van zijn bedoelingen door het maken van een bepaalde beweging. Vgl. Du. telegrafieren.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

telefoneren

telefoneren - regelmatig werkwoord uitspraak: te-le-fo-ne-ren 1. door de telefoon met iemand praten ♢ ik heb naar huis getelefoneerd Regelmatig werkwoord: te-le-fo-ne-ren ik telefoneer j...