matsen - regelmatig werkwoord
uitspraak: mat-sen
1. iemand meer geven dan de anderen
♢ik heb dat arme joch een beetje gematst
Regelmatig werkwoord: mat-sen
ik mats
jij/u matst
hij/zij matst
wij/zij/jullie matsen
ik/jij/u/hij/zij matste
wij/zij/jullie matsten
hij heeft gematst
de/het/een gematste ....
matsend, matsende
Synoniemen
bevoordelen, voortrekken, bevoorrechten
Tegenstellingen
discrimineren, achterstellen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk