Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 31-10-2017

matten

betekenis & definitie

matten - regelmatig werkwoord
uitspraak: mat-ten

1. elkaar aanpakken met vuisten, wapens, of andere middelen
♢de twee groepen begonnen plotseling met elkaar te matten
2. van riet of rotan voorzien
♢de zittingen van deze stoelen zijn kortgeleden opnieuw gemat

Regelmatig werkwoord: mat-ten
ik mat
jij/u mat
hij/zij mat
wij/zij/jullie matten
ik/jij/u/hij/zij matte
wij/zij/jullie matten
hij heeft gemat
mattend, mattende

Synoniemen
strijden, vechten, kampen, knokken

Tegenstellingen
overgeven, capituleren

< >