meer - bijwoord, zelfstandig naamwoord
1. naast dat wat al genoemd is
♢wie waren er nog meer?
1. wat wil je nog meer?
[verder nog]
2. je hebt zonder meer gelijk
[zonder dat ik daarover na hoef te denken]
3. onder meer
[onder andere]
2. vaker
♢dat moet je meer doen!
1. meer dan eens
[vaker dan een keer]
3. grote waterplas die omsloten is door land
♢we gaan zeilen op de Friese meren
Algemene uitdrukkingen:
1. zij is niet meer
[zij is dood]
Bijwoord: meer
Zelfstandig naamwoord: meer
het meer
de meren
het meertje
Synoniemen
verder
Tegenstellingen
minder
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.