druppen - regelmatig werkwoord
uitspraak: drup-pen
1. zó nat zijn dat er druppels uit vallen
♢ ik ben natgeregend, ik drup helemaal!
2. in druppels (laten) vallen
♢ ik moet elke avond vloeistof in mijn ogen druppen
Regelmatig werkwoord: drup-pen
ik drup
jij/u drupt
hij/zij drupt
wij/zij/jullie druppen
ik/jij/u/hij/zij drupte
wij/zij/jullie drupten
hij heeft gedrupt
druppend, druppende
Synoniemen
druipen, druppelen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk