druppelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: drup-pe-len
1. in druppels (laten) vallen
♢ de kraan druppelt
Regelmatig werkwoord: drup-pe-len
ik druppel
jij/u druppelt
hij/zij druppelt
wij/zij/jullie druppelen
ik/jij/u/hij/zij druppelde
wij/zij/jullie druppelden
hij heeft gedruppeld
de/het/een gedruppelde ....
druppelend, druppelende
Synoniemen
druppen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk