druppen
druppen - Werkwoord 1. ergatief druipen, druppelen ♢ Het water drupte van het dak af. druppen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord drup
Wiktionary (2019)
druppen - Werkwoord 1. ergatief druipen, druppelen ♢ Het water drupte van het dak af. druppen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord drup
Muiswerk Educatief (2017)
druppen - regelmatig werkwoord uitspraak: drup-pen 1. zó nat zijn dat er druppels uit vallen ♢ ik ben natgeregend, ik drup helemaal! 2. in druppels (laten) vallen ♢ ik moet elke avond vloeistof...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(drupte, heeft en is gedrupt), 1. in druppels of in de vorm van een druppel neervallen, druppelen; 2. druipen, druppels laten vallen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: