Wat is de betekenis van druppen?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

druppen

druppen - Werkwoord 1. ergatief druipen, druppelen Het water drupte van het dak af. druppen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord drup

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

druppen

druppen - regelmatig werkwoord uitspraak: drup-pen 1. zó nat zijn dat er druppels uit vallen ♢ ik ben natgeregend, ik drup helemaal! 2. in druppels (laten) vallen ♢ ik moet elke avond vloeistof...

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

druppen

drupte, h. gedrupt (druppelen; Z.-N. druipen): het begint te —.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

druppen

(drupte, heeft gedrupt) druppelen.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Druppen

(drupte, heeft en is gedrupt), 1. in druppels of in de vorm van een druppel neervallen, druppelen; 2. druipen, druppels laten vallen.

2024-04-30
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Druppen

DRUPPEN, (drupte, heeft en is gedrupt), druppelen, druipen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Druppen

zie Druipen.