afslaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: af-slaan
1. een andere kant opgaan
♢ we reden dezelfde kant op, maar plotseling is hij afgeslagen
2. stoppen met draaien
♢ de cv-ketel is afgeslagen
3. het niet willen aannemen
♢ ze presenteerde een gebakje, maar ik heb het afgeslagen
Onregelmatig werkwoord: af-slaan
ik sla af (... ik afsla)
jij/u slaat af (... jij afslaat)
hij/zij slaat af (... hij afslaat)
wij/zij/jullie slaan af (... wij afslaan)
ik/jij/u/hij/zij sloeg af (... ik afsloeg)
wij/zij/jullie sloegen af (... wij afsloegen)
hij is/heeft afgeslagen
de/het/een afgeslagen ....
Synoniemen
weigeren
Tegenstellingen
aannemen, aanpakken, aanslaan
Gepubliceerd op 14-11-2017
afslaan
betekenis & definitie
Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis?Word vriend van Ensie en ontvang een gratis encyclopedie!