afslag - zelfstandig naamwoord
uitspraak: af-slag
1. het wegspoelen van grond of zand door de golven
♢ er is dit jaar in Bergen een enorme afslag van de duinen
2. openbare verkoping waarbij de prijzen in afdalende reeks worden genoemd
♢ de vis wordt verkocht bij afslag
3. plaats waar iets bij afslag verkocht wordt
♢ we bezochten de visafslag in IJmuiden
4. plaats waar men begint de bal weg te slaan
♢ de golfers stonden gereed bij de afslag
5. aansluitende weg die een andere richting in gaat
♢ u moet de volgende afslag hebben voor Rotterdam
6. het uit gaan van iets
♢ deze waterkoker heeft een automatische afslag
Zelfstandig naamwoord: af-slag
de afslag
de afslagen
Gepubliceerd op 14-11-2017
afslag
betekenis & definitie