Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Hasselt

betekenis & definitie

Stad ontstaan op de oostelijke oever van het Zwarte water. De nederzetting wordt voor het eerst genoemd in 1227 als ‘Hasselet’ of ‘Hasseletum’, hetgeen zoveel betekent als een met beuken of hazelaars begroeide hogere zandrug.

Omstreeks 1252 verkreeg Hasselt het stadsrecht van de bisschop van Utrecht, die daarmee een extra steunpunt wilde creëren voor de controle op de grote steden Kampen, Zwolle en Deventer. Vanaf 1357 mocht Hasselt drie jaarmarkten en een weekmarkt houden en in 1367 werd het voor het eerst als hanzestad genoemd, als ‘bijstad’ bij Deventer.

In 1412 volgde de vrijheid van tol te Kuinre. De oudste nederzetting wordt gevormd door de landweg langs het Zwarte Water, de tegenwoordige Ridderstraat en Hoogstraat.

Even ten oosten buiten de stad, bij het latere Eiland, werd in 1328 een kapel gesticht, gewijd aan het Heilig Sacrament. Tussen 1387 en 1404 kwam een eerste stadsuitbreiding tot stand en werd een stenen ommuring gebouwd, waarvan de begrenzing de tegenwoordige grachtengordel volgde.

Van de grachtengordel is een deel ontstaan als haven. De stadsmuur kreeg drie hoofdpoorten: de Veerpoort, de Veenepoort (aan de Hoogstraat) en de Enkpoort (aan de Ridderstraat).

Langs het Zwarte Water waren enkele kleinere doorgangen in de stadsmuur, waaronder de Visch- of Waterpoort.Na eerdere pogingen in 1486 en onder protest van het stroomopwaarts gelegen Zwolle werd in 1521 een brug over het Zwarte Water gebouwd. Hasselt werd in 1527 ingenomen door troepen van hertog Karel van Gelre en het jaar daarop ontzet door Maarten Schenk van Toutenburg. Bij die gelegenheid vernielden de Zwollenaren de brug. In 1582 viel Hasselt bij verrassing in Staatse handen. Aan het eind van de 16de eeuw breidde men de stad uit tot aan een nieuwe binnengracht ter plaatse van de huidige Kastanjelaan en Eikenlaan. Toen werd ook het St.-Mariaklooster binnen de stad werd gebracht.

Vanaf 1606 kreeg de stad naar plannen van Adriaan Anthonisz. een nieuwe vestingsgordel. In 1623 verrezen daarin nieuwe buitenpoorten vóór de Veenepoort en de Enkpoort. Het uitgelegde gebied, met zijn tot stadsgracht uitgebouwde haven, is nooit volledig bebouwd geraakt.

In 1657 was Hasselt het toneel van een kleine Overijsselse burgeroorlog, ontstaan in 1654 toen Rutger van Haersolte met steun van Kampen, Zwolle en de meerderheid van de Ridderschap tot Drost van Twente werd benoemd. Deventer en de rest van de Ridderschap, alsmede Hasselt en Steenwijk, waren tegen. Na een provocatie gingen Zwolle en Kampen in 1657 over tot beschieting van de stad. In 1672-'74 was Hasselt bezet door Münsterse troepen. Daarna volgde een korte economische opbloei, mede omdat de stad in 1677 stapelplaats werd voor Bentheimer zandsteen. De aanleg van de Dedemsvaart in 1809-'11, die via de stadsgracht in het Zwarte Water uitkwam, bracht een opleving voor de nijverheid.

Deze opleving gold ook voor de al uit 1615 stammende kalkbranderij op de Schulpenbarch ten noorden van de stad, waar veel ‘Avereester turf’ werd gebruikt. Verder ontstonden toen nieuwe touwslagerijen en scheepswerven, waaronder in 1871 de scheepswerf van Van Aller, in 1922 overgenomen door de Gebr. Bodewes.

Aan het begin van de 19de eeuw heeft men de vestingwerken ontmanteld en in 1827 zijn de stadspoorten afgebroken. De drie oostelijke bastions veranderde men in het Van Stolkspark met de nieuwe begraafplaatsen. In 1828 werd een nieuwe brug over de rivier gebouwd, die in 1896 vervangen werd door de Van Nahuysbrug. Over deze brug reed tussen 1914 en 1934 ook de tram Zwolle-Blokzijl. Aan het eind van de 19de eeuw brak men de zuidelijke wand van de Ridderstraat en de daar aanwezige stadsmuur af om plaats te maken voor nieuwe woonbebouwing. In het begin van de 20ste eeuw werd het Justitie-bastion bebouwd.

Voor de woningbouw aan de Eikenlaan en de Sportlaan dempte men in de jaren twintig en dertig een deel van de daar gelegen binnengracht. Op de westoever van het Zwarte Water kwam in 1933 een nieuw overslagterrein tot stand; hier werd in 1938 een cementwarenfabriek gevestigd. Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden aan de noord- en oostzijde van Hasselt nieuwe woonwijken. Ten behoeve van de provinciale weg Zwolle-Vollenhove werd in 1972 een nieuwe hoge brug over het Zwarte Water gebouwd. Hiervoor moest een deel van de bebouwing aan de Hoogstraat en de Keppelstraat worden gesloopt.