Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Havezaten in Vollenhove

betekenis & definitie

Havezaten. Karakteristiek voor Vollenhove zijn de in de stad gelegen havezaten.

In het midden van de 17de eeuw werden er dertien geteld. Sommige daarvan gaan in oorsprong terug op borgmanswoningen, andere zijn later ontstaan.

Alle zijn echter in de loop der tijd sterk veranderd en verbouwd. De grotere staan vaak vrij, de kleinere zijn opgenomen in de straatwand.De voorm. havezate Oldruitenborgh (Groenestraat 24) is een langgerekt pand gelegen in een groot ommuurd park. Het is waarschijnlijk aan het eind van de 15de eeuw gesticht door Egberts Pelgrim van den Rutenberghe, schout van Vollenhove. Oorspronkelijk was er een oost-west gericht gebouw met aan de zuidzijde een korte en lage aanbouw. Dit oudste bouwwerk is nu een vleugel aan de oostzijde van het complex. Het heeft een half-verzonken, overwelfde kelder, een hoge zaal en op zolder een gotische schouw, die blijkbaar nooit is gebruikt. Kort voor 1656 is de havezate verbouwd in opdracht van Evert van Echten.

In 1755 vererfde ze aan Arend Sloet van Oldruitenborgh, waarna ze kort na 1763 ingrijpend werd verbouwd. In het westelijke deel van het gebouw werd de kelder verwijderd, waardoor er een verdieping kon worden ingebouwd. De verlaagde ruimte op de begane grond in dit deel splitste men in een salon (nu trouwkamer) en een vestibule. De laatstgenoemde ruimte werd in de voorgevel met een risaliet geaccentueerd. Aan de oostzijde bleef de oude opzet gehandhaafd, maar het daar resterende deel van de zaal diende voortaan als een opkamer ten opzichte van de lager gelegen nieuwe ruimten. De salon en de opkamer kregen een stucplafond in rococo-vormen. Ten slotte verrees op enige afstand naar het westen vanaf het oude huis een groot dwarsgeplaatst bouwhuis.

Aan het begin van de 19de eeuw werd de havezate aan de westzijde verlengd tot aan dat bouwhuis en over de hele lengte verbreed. Bij die verbouwing gebruikte men sloopmateriaal van kasteel Toutenburg. Kort nadat het geheel gepleisterde pand was voltooid, logeerde Lodewijk Napoleon bij zijn bezoek aan Vollenhove in 1809 in de opkamer. Deze noemt men sindsdien de Koningskamer. De gemeente kocht de havezate in 1947 om er het stadhuis in te vestigen. In 1962-'63 volgde een ingrijpende restauratie onder leiding van R.

Offringa. Het gebouw werd geheel ontpleisterd en aan de westzijde, ter plaatse van het toen gesloopte 18de-eeuwse bouwhuis, uitgebreid.

Na de aankoop van de Toutenburg in 1786 kreeg de havezate een landhuisachtig karakter, waarbij men welbewust een klein deel van het kasteel als ruïne heeft bewaard, om te dienen als sierelement in het toen aangelegde landschappelijke park. In het park zijn nog twee 18de-eeuwse tuinbeelden in de vorm van marmeren bustes op hardstenen voet te vinden. Op het terrein staan vroeg-19de-eeuwse bijgebouwen: het koetshuis (Groenestraat 24), twee bouwhuizen (Groenestraat 9 en 30) en een oranjerie (Groenestraat 22), de laatste gebouwd op de plek van de havezate Cloosterhorst. Ten slotte is er nog de dienstwoning Bentstraat 27, gebouwd in 1857 ter plaatse van de in 1840 gesloopte havezate Benthuis.

De voorm. havezate Marxveld (Bisschopstraat 22-24) is een tweebeukig diep pand dat aan de straatzijde is voorzien van één afgeknotte puntgevel. Ter linker zijde bevindt zich een aanbouw met de ingang en daarnaast het voorm. koetshuis annex dienstwoning. Het huis werd in 1506 genoemd als bezitting van Willem Sloet. Bij een verbouwing in 1620 liet Arend Sloet tot Tweenijenhuizen het dak en de bovenkamers vernieuwen evenals de gevel aan de straatkant, met zijn ontlastingsbogen met schelpvullingen boven de vensters. Pas in 1722 werd het aangemerkt als havezate, waarna in 1740 een renovatie volgde. Aan de overzijde van de binnenplaats bevindt zich het eenlaags huis ‘De Eckelenboom’, een in opzet 15de-eeuws huis dat in 1535 werd uitgebreid en in de 17de eeuw werd verlengd tot aan de Bentstraat.

In 1859 werd dit huis door aankoop van G. Sloet van Marxveld met de havezate verenigd. Beide panden ondergingen in 1879 een verbouwing. In 1982 kwam het complex in bezit van de gemeente Vollenhove, die er het kantoor van de dienst gemeentewerken vestigde na een verbouwing in 1988 naar plannen van Gunnar Daan. Op het achterterrein legde men toen een tuincomplex aan met een middeleeuwse tuin, een renaissance- en een baroktuin, en een tuin in landschapsstijl; dit alles naar plannen van het ingenieursbureau Oranjewoud te Heerenveen.

Het dwarse huis Plattenburg (Bisschopstraat 52-54) heeft een 17de-eeuwse oorsprong, maar werd in 1715 herbouwd als de havezate ‘Nieuw Plattenburg’. De ingang met pilasteromlijsting en rococo-details stamt uit het midden van de 18de eeuw. Sinds 1890 is hier het Waterschap van Vollenhove gevestigd. De Lindenhorst (Bisschopstraat 17) werd gebouwd in 1604 en in 1613 genoemd als bezit van Boldewijn Sloet. Het is een gepleisterd dwars pand met lijstgevel en een half afgewolfd zadeldak. De deur met omlijsting en de erker zijn mogelijk 18de-eeuws.

Het oorspronkelijke huis is in 1885 in tweeën opgedeeld. De Hare (Bisschopstraat 27) is een hoog dwars pand met lijstgevel en zadeldak. De sterk gerestaureerde voorgevel stamt in opzet uit 1712. In 1885 was het in bezit van familie Sloet van Oldruitenborgh. Hagensdorp (Bentstraat 6) is een herenhuis in chalet-stijl uit 1901, in opdracht van R.J. Castendijk gebouwd op de plaats van het in 1667 tot havezate verklaarde ‘Nieuw Hagensdorp’.