plan dat in Nederland ingevolge de Ruilverkavelingswet 1954 onderdeel uitmaakt van elke ruilverkavelingsprocedure. De inhoud van het landschapsplan is in de loop der jaren gewijzigd.
Aanvankelijk was het landschapsplan beperkt tot behoud van in het ruilverkavelingsblok aanwezige natuurgebieden en compensatie van te rooien beplantingen; in de jaren zestig is het omgevormd tot een instrument waarmee gronden kunnen worden aangekocht met bestemming natuurreservaat, recreatieterrein en bosaanleg. Hiermee is de mogelijkheid geschapen bij ruilverkaveling, naast het behoud van bestaande waardevolle landschapselementen, de basis te leggen voor de ontwikkeling van een nieuw landschap.Behalve bij ruilverkavelingen worden ook landschapsplannen gemaakt bij de aanleg van rijkswegen en provinciale wegen.
In het Vlaamse Gewest is het landschapsplan opgenomen in de Wet op de ruilverkaveling van 11.8.1978.