Gepubliceerd op 01-12-2020

landschapsecologie

betekenis & definitie

tak van wetenschap die op geïntegreerde wijze studie maakt van het landschap als complex ecosysteem.

Het landschap wordt gevormd door enerzijds de abiotische (fysische) en biotische processen, anderzijds door de invloed die de mens hierop uitoefent. Een belangrijk onderdeel van de landschapsecologie is het aangeven van de relaties tussen deze landschapvormende factoren.

De term landschapsecologie werd voor het eerst gebruikt door de Duitse aardrijkskundige C.Troll in 1938. Hij beschouwde de landschapsecologie als de integratie van twee basisdisciplines, de geografie en de biologie, waarbij hij benadrukte dat ook de rol van de mens bij de bestudering van het landschap betrokken zou moeten worden. Het ontstaan van de landschapsecologie kan gezien worden als een terugkeer naar een meer holistische benadering van het landschap, die de nadruk legt op de samenhang van de verschijnselen en interacties van processen en structuren (‘het geheel is meer waard dan de afzonderlijke delen’). Het verschil met de andere richtingen in de ecologie is dat de landschapsecologie zich bij uitstek richt op de betrekkingen tussen ecosystemen in het landschap. Doordat in de landschapsecologie het accent ligt op de integrale aanpak zijn landschapsecologische projecten meestal multidisciplinair (tot interdisciplinair) van opzet. Belangrijke disciplines in dit verband zijn: hydrologie, bodemkunde, geologie, geomorfologie, vegetatiekunde, dierecologie en bepaalde aspecten van de sociale geografie en de landbouwwetenschappen. De toepassing van landschapsecologisch onderzoek ligt vooral in de ruimtelijke planning (landschapsplanning), zowel wat betreft de bestemming en de inrichting als het beheer van het landschap.

Het toegepaste landschapsecologisch onderzoek richt zich op het signaleren, beschrijven en voorspellen van milieuproblemen, het analyseren van de oorzaken hiervan en het aangeven van wegen om deze problemen op te lossen of te voorkomen. Sedert het natuurbeschermingsjaar N 70 (1970) is het landschapsecologisch onderzoek begonnen zich een plaats te veroveren in de landinrichting en in de ruimtelijke ordening. Dit leidde in het begin van de jaren zeventig tot de oprichting van de Werkgemeenschap Landschapsecologisch Onderzoek (WLO). De WLO heeft, vooral door de coördinatie van de discussie in den lande, in belangrijke mate bijgedragen aan de verbetering van de toepassing van landschapsecologische kennis in de ruimtelijke planning.