Gepubliceerd op 01-12-2020

graskarper

betekenis & definitie

(Ctenopharyngodon idella), uit China en Oost-Siberië afkomstige vissoort die een familielid is van de karper, maar daar niet veel op lijkt. De graskarper is een riviervis, die zich vrijwel uitsluitend voedt met water- en oeverplanten.

Hij leeft in die Chinese rivieren waarvan het waterniveau sterk wisselt, omdat er een groot verschil is tussen de beperkte regenval in de winter en de overvloedige moessonregens in de zomer. Grote delen van het land komen daardoor onder water te staan, waardoor veel planten voor de vissen ter beschikking komen.De voortplanting van de graskarper is aangepast aan de ecologische omstandigheden in China: grote temperatuurverschillen en voor de ontwikkeling van de vislarven noodzakelijk snelstromend en helder water. In het algemeen ontbreekt de combinatie van deze factoren in wateren buiten China.

In de periode 1950-60 zijn de graskarpers overgebracht naar de USSR en Oost-Europa; daarna is men ook in West-Europa en de vs met de kweek van deze soort vis begonnen om te onderzoeken of hij kan worden ingezet in de biologische bestrijding van waterplanten.

Vele watergangen zijn rijk aan voedingsstoffen (eutroof) en ondiep, waardoor zij in de zomer volgroeien met waterplanten. Zonder het gebruikelijke onderhoud (schonen), zouden de watergangen in een aantal jaren dichtgroeien. Bij het schonen worden de planten uit het water verwijderd en wordt het slib van de bodem gebaggerd.

Vroeger gebeurde dat met de hand, later met de machine; beIde methoden zijn arbeidsintensief en duur. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is weliswaar goedkoper, maar roept weerstanden op wegens de gevaren voor het milieu en de volksgezondheid.

Sinds 1977 is de graskarper in Nederland op enkele plaatsen in afgesloten gebieden uitgezet.

Het Centrum voor Agrobiologisch Onderzoek (CABO) is nagegaan of de graskarper de overmatige groei van waterplanten kan bedwingen, hoe groot de bezetting met vis moet zijn, en in hoeverre de vis de levensgemeenschap in het water verstoort. De resultaten waren overwegend gunstig; minder goede resultaten waren o.a. het gevolg van een langdurige vorstperiode of veel roofvijanden (snoek en reiger).

In het begin van de jaren tachtig is de graskarper op veel meer plaatsen in Nederland uitgezet. Hij voedt zich met vele plantesoorten en eet ongeveer zijn lichaamsgewicht per dag. Dit maakt deze vissoort geschikt voor het bestrijden van wateronkruiden waarbij het vooral gaat om de dichtheid van de vegetatie te verminderen, en niet alleen om een bepaalde soort te bestrijden. Omdat de vis zich in Nederland niet op natuurlijke wijze kan voortplanten, kan hij nooit een plaag worden.

In België werden de eerste graskarpers in 1967 geïmporteerd door het Proefstation van Waters en Bossen. Er werden proeven mee gedaan in vijvers (Bokrijk, Hofstade).

< >