verwijderen van (ongewenste) plantengroei. Het schonen wordt toegepast bij waterlopen om een goede afwatering te bevorderen.
De waterschappen stellen een tijdstip vast waarop de waterlopen geschoond moeten zijn. Vroeger gebeurde dit door de waterplanten met een zeis af te maaien en op de kant te trekken. De achtergebleven plantedelen lopen daarna weer uit. Tegenwoordig vindt het schonen machinaal plaats. Dit is echter een rigoureuze ingreep, niet alleen voor de plantenwereld in de sloot, maar ook voor die aan de kant. Om de machine te kunnen gebruiken, moet nl. een brede strook langs de kant vrij van vegetatie worden gehouden.Het gebruik van langwerkende chemische onkruidbestrijdingsmiddelen stuitte op grote bezwaren vanwege het verarmende effect op planten- en dierenwereld en de neveneffecten (vissterfte). Tegenwoordig wordt onderzoek gedaan naar biologische methoden om waterlopen open te houden door o.a. plantenetende graskarper en drijvende waterplanten (o.a. waterlelie) uit te zetten. Deze waterplanten geven schaduw, waardoor de plantengroei aan de kant wordt geremd.
