carbonylchloride, kleurloos, zeer giftig gas (MAC-waarde 0,1 ppm). Fosgeen is in de Eerste Wereldoorlog gebruikt als strijdgas.
Tegenwoordig is het een veel toegepaste grondstof voor de produktie van isocyanaten, als tussenprodukt voor kunststoffen (polyurethanen en polycarbonaten) en voor de synthese van carbamaten en anilineverven. Fosgeen kan ontstaan wanneer b.v. tetrachloorkoolstof (tetra), trichloorethyleen (tri, een ontvettingsmiddel) of dichloormethaan (een lakverwijderingsmiddel) in contact komt met een open vlam of een heet metaaloppervlak. Blootstelling aan fosgeen, dat in giftige concentratie vrijwel reukloos is, resulteert in beschadiging van de longen. Fosgeen is slecht oplosbaar in water en kan daardoor tot in de longblaasjes dringen. Het veroorzaakt longoedeem door verstoring van de celstofwisseling in de longblaasjes. De dood treedt in door zuurstofgebrek of hartstilstand.
