Gepubliceerd op 01-12-2020

faunabeheer

betekenis & definitie

geheel van activiteiten, gericht op het beschermen en in stand houden van in het wild levende diersoorten. Bij het natuurbeheer betekent dit het beheer van de hele van nature aanwezige fauna in een gebied.

Soms ligt de nadruk op het beheer van een of enkele zeldzame of bedreigde soorten die in het gebied voorkomen. Faunabeheer is het zorgen voor het in stand houden van het milieu van de fauna (o.a. bodem, waterhuishouding, plantengroei) en het afweren van door mensen veroorzaakte nadelige beïnvloeding van populaties (vervuiling, verstoring, vangen en doden). Faunabeheer waarbij een zo natuurlijk mogelijke fauna wordt nagestreefd, wordt vaak bemoeilijkt door andere belangengroepen. Jagers en hengelaars streven naar een zo hoog mogelijke stand van de soorten die zij resp. bejagen en bevissen. Daarbij kunnen andere soorten juist weer worden benadeeld (roofdieren). Ook worden soms exoten geïntroduceerd die schadelijk kunnen zijn voor de natuurlijke fauna (graskarper, regenboogforel). In viswaters worden vaak grote hoeveelheden vissen uitgezet (o.a. roofvissen) waardoor de natuurlijke aantalsverhoudingen en leeftijdsopbouw van de verschillende soorten van de visstand sterk ontregeld kunnen worden.De praktische uitvoering van wetten en besluiten ten aanzien van het jachtwild wordt geregeld door de Directie Faunabeheer van het Ministerie van Landbouw en Visserij. Onderzoek met betrekking tot faunabeheer in het algemeen wordt verricht door het Rijksinstituut voor Natuurbeheer. Faunabeheer is verder een taak van beheerders van gronden (natuurbeschermingsorganisaties, Staatsbosbeheer, boeren en jagers).