uit zand gevormde heuvel in het rivierengebied, bestaande uit de top van een rivierduin uit de laatste ijstijd. Rivierduinen vinden we in Nederland o.m. langs de Rijn, Maas, IJssel en Overijsselse Vecht.
In het laat glaciaal (ca. 13 000 jaar geleden) vielen de rivierdalen periodiek droog. Hierdoor kon de wind het zand uit de zeer brede beddingen (het waren veelal zgn. vlechtende riviersystemen) opnemen en in de nabijheid als duinen afzetten. Deze rivierduinen of donken steken boven het jongere klei- en veendek uit; b.v. de donken van Minkeloos, Hilligersberg en IJsselmonde. Lange tijd waren de donken voor de mens toevluchtsoord bij overstromingen. Door zandwinning zijn veel donken verloren gegaan.