verschijnsel dat twee of meer stoffen bijdragen tot een gemeenschappelijk effect in een organisme. Omdat mens, dier en plant voortdurend via voeding, water, bodem en lucht blootstaan aan vele lichaamsvreemde chemicaliën, is het voor een evaluatie van toxicologische risico’s van belang inzicht te hebben in welke mate combinatie-effecten in de praktijk optreden.
Gebleken is dat, zo er sprake is van een combinatie-effect, het gemeenschappelijk effect in de regel kleiner of gelijk is aan de som van de bijdragen van de afzonderlijk stoffen aan een specifieke werking. Men spreekt van additiviteit indien het effect de som is van de bijdragen van de afzonderlijke stoffen. Additiviteit is bekend van stoffen als organofosfaten en carbamaten, waarvan de werking berust op een remming van hetzelfde enzym (acetylcholinesterase-remmers). Hiermee houdt men rekening bij het berekenen van de aanvaarde dagelijkse opname (ADI) voor deze bestrijdingsmiddelen. Ook antagonisme komt voor; d.w.z. dat de effecten van een chemische stof (geneesmiddel, gif) worden tegengewerkt door een tweede verbinding. B.v. de therapeutische toepassing van atropine bij een vergiftiging met parathion.
Sommige combinaties van chemicaliën werken sterker dan berekend kan worden uitgaande van additiviteit. Er is dan sprake van → synergisme of potentiëring; aan deze termen wordt niet altijd een eenduidige betekenis toegekend.Combinatie-toxiciteit treedt o.a. op bij sommige combinaties van geneesmiddelen en bij de toepassing van bestrijdingsmiddelen. Zo kan met een driemaal lagere dosering van sommige pyrethroïden of pyrethrines (→ -bestrijdingsmiddelen) worden volstaan, indien deze in combinatie met piperonylbutoxide worden toegepast. De laatste verbinding heeft een verwaarloosbare insekticidewerking, maar zij remt de detoxicatie van pyrethrine door het insekt. Ook bij de chemische carcinogenese hebben combinatie-effecten grote aandacht gekregen, omdat de carcinogene werking van uiteenlopende chemicaliën kan worden versterkt door cocarcinogenen die zelf niet kankerverwekkend zijn.
Niet altijd treedt er bij combinatie-toxiciteit een versterking van het effect van een van de betrokken stoffen op, maar er kan ook sprake zijn van een geheel nieuw effect. Zo veroorzaakt de combinatie van het fungicide thiuram (tetramethylthiuramdisulfide) en alcohol onplezierige sensaties. Het verwante middel disulfiram (tetraëthylthiuramdisulfide) heeft een zelfde uitwerking en wordt daarom wel toegepast om alcoholisten van de drank af te houden.