Gepubliceerd op 29-06-2020

hoeden

betekenis & definitie

De meestal nogal bijzondere hoeden van de koningin worden vaak gezien als vervanging van de kroon. Bovendien is de koningin door het soort hoeden dat zij draagt bij een publiek optreden duidelijk te onderscheiden van haar omgeving.

De drie regerende vorstinnen uit het Huis Oranje-Nassau hebben gedurende hun bewind ieder een unieke stijl wat betreft hun hoeden ontwikkeld.Koningin Wilhelmina had als jonge vrouw tot aan de Eerste Wereldoorlog een voorliefde voor volumineuze hoeden: ‘vederfonteinen’ en ‘bloemenmanden’ van kostbare materialen met opvallende details zoals tulen strikken en struisveren. Rond 1920 verdwenen kwikken en strikken ten faveure van de soberder modellen (pothoeden) van de Roaring Twenties, jagershoeden en Rembrandt- en Rubensmodellen: hoeden met een aan één kant opgeslagen rand. Naarmate het politieke klimaat in de jaren ’30 grimmiger werd, koos Wilhelmina steeds vaker voor militair aandoende hoeden, zoals baretten en steekhoeden. Vaak waren ze gegarneerd met diverse soorten veren, waarvoor ze altijd een zwak heeft gehouden. Na de Tweede Wereldoorlog zag Nederland een koningin zonder opsmuk terug. Ernst, matigheid en warsheid van frivole zaken tekenden haar vormloze mantelpakken én haar hoeden.

Koningin Juliana, wier kleding vaak eenvoudig, praktisch en ongekunsteld was, stond bekend als ‘een durfal’ waar het om haar hoeden ging. Als jonge prinses flirtte ze al met de mode door bretons en baretten te dragen en, op wintersportvakantie, een fez. Haar hoedje op de foto van de verloving (1936) is een uiterst modieus ‘pannenkoekbaretje’. Als jonge koningin toonde ze een voorkeur voor kleine, romantische hoeden met voiles en/of veren. Hier en daar veroorloofde ze zich een uitschieter in de vorm van een ‘wagenwiel’ of een rijk bepluimde turban. Halverwege de jaren ’60 verkoos ze ook in het openbaar een bril te dragen.

Sindsdien droeg ze bretons met een opgeslagen rand, meer tulbanden (turbans) en ‘relevés’: hoeden die het gezicht vrijlieten en laag in de nek eindigden. Na haar abdicatie vertoonde Juliana zich nog maar zelden met een hoed. Haar handelsmerk werd een het haar bedekkende voile.

Koningin Beatrix’ hoeden vertonen een ontwikkeling van gewaagd conventioneel naar gewaagd vooruitstrevend. In haar beginjaren als koningin droeg ze kleine toques, hoedjes met voile en matelots met kleine versieringen en smalle bandlinten. In de jaren ’90 werd haar kleding meer uitgesproken. Haar hoeden hielden gelijke tred en werden kleuriger, gevarieerder van vorm en groter. In haar kielzog bonden vrouwelijke volksvertegenwoordigers op Prinsjesdag de strijd aan met als inzet de meest extravagante hoed. Sinds halverwege de jaren ’90 lijken Beatrix’ hoeden met hun meervoudige randen en bolvormen en geraffineerde stofverwerking aan zichzelf ontstegen en verdienen ze bijna de naam stoffen sculpturen.

Koningin Beatrix heeft blijkbaar de weg geplaveid voor de komende generatie. Met name prinses Máxima heeft zich enthousiast op het experimenteren met hoeden gestort.