Wat is de betekenis van hoeden?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoeden

hoeden - Werkwoord 1. (ov) een kudde dieren verzorgen en in de gaten houden De herder hoedden hun schaapjes in het veld. 2. (refl) zich ~ voor zorgen dat een bedreiging geen werkelijkheid wordt Je moet je ervoor hoeden dat je computer niet besmet w...

2024-04-20
Thesaurus voor Mode & Kostuums

Ensie (2018)

hoeden

Voorgevormde hoofddeksels met een rand en een bol, of één van beide.

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hoeden

hoeden - regelmatig werkwoord uitspraak: hoe-den 1. erop passen ♢ de herder hoedt de schapen 1. hoed je ervoor! [pas ervoor op!] Regelmatig werkwoord: hoe-den ...

2024-04-20
Lexicon van het Koninklijk Huis

F.J.J. Tebbe (2005)

hoeden

De meestal nogal bijzondere hoeden van de koningin worden vaak gezien als vervanging van de kroon. Bovendien is de koningin door het soort hoeden dat zij draagt bij een publiek optreden duidelijk te onderscheiden van haar omgeving. De drie regerende vorstinnen uit het Huis Oranje-Nassau hebben gedurende hun bewind ieder een unieke stijl wat betreft...

2024-04-20
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

hoeden

hoeden - of bewaken. Het bewaken van de partner, meestal het wijfje door het mannetje, om haar te verhinderen te paren met andere individuen, dus om spermacompetitie tegen te gaan. Het h. kan zeer agressief zijn of niet meer dan een in het oog houden.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hoeden

v., hoed(zj)e, warje; schapen —, skeperje, skieppehoedzje.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoeden

(hoedde, heeft gehoed), 1. beschermen, bewaren, bewaken: de Heer hoede en bescherme u; er lag een draak voor het hol om de schat te hoeden; 2. (van vee) het bewaken, er <jp passen terwijl het weidt: schapen, vee, ganzen, een kudde zwijnen hoeden ; 3. beveiligen, bewaren (voor of van iets): God hoede ons daarvoor; &m...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hoeden

hoedde, heeft gehoed; het toezicht houden over; bewaken; beschermen: de koeien hoeden, de ganzen hoeden; zich hoeden voor, zich in acht nemen.