Gepubliceerd op 29-06-2020

Aschwin Prins zur Lippe-Biesterfeld

betekenis & definitie

Jongere broer van prins Bernhard der Nederlanden. Voluit: Ernst Aschwin Georg Carol Heinrich Ignaz Prins zur Lippe-Biesterfeld (tot 1916 Graaf von Lippe-Biesterfeld); geboren te Jena op 13 juni 1914, overleden te Den Haag op 14 mei 1988; zoon van prins Bernhard zur Lippe en Armgard barones von Cramm.

Kort na Aschwins geboorte vertrok het prinselijk gezin, zonder vader die in de Eerste Wereldoorlog naar het front was getrokken, van landgoed Reckenwalde in het oosten van Brandenburg naar Bad Driburg (Westfalen), uit vrees voor een Russische inval. Toen dat risico was geweken, keerde Armgard met Bernhard terug naar Reckenwalde; Aschwin bleef achter in Westfalen, waar hij echter ernstig verwaarloosd werd door zijn kindermeisje. Toen dit duidelijk werd, haalde de prinses haar zoon alsnog terug naar Oost-Pruisen. Aanvankelijk gingen de beide broers als graaf door het leven, omdat Leopold IV, de regerende vorst van Lippe, het huwelijk van zijn broer met Armgard niet kon waarderen. Pas in 1916 werd de familiekwestie opgelost en werden Bernhard en Aschwin bij decreet van de regerend vorst van Lippe verheven tot prinsen zur Lippe-Biesterfeld. Armgard voedde de beide broers beschermd op.

Zij zouden hun leven lang een nauwe band met haar houden. Op zestienjarige leeftijd werd Aschwin aangetrokken door het nationaal-socialisme en sloot hij zich aan bij de NSDAP. Later keerde de prins zich van het nazidom af en nadien zou hij in verbinding hebben gestaan met militaire verzetskringen. Aschwin studeerde sinologie; hij promoveerde in 1941. Gedurende hun studietijd betrokken Bernhard en Aschwin gezamenlijk een appartement in Berlijn. Tot kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog onderhielden de beide broers intensief contact.

Gedurende de oorlogsjaren bleven zij aan weerszijden van het front contact houden via hun moeder. Kort na de oorlog zag Aschwin zijn broer weer in Bad Driburg, waarheen hij en zijn moeder in 1944 gevlucht waren voor de oprukkende Russen. Aschwin emigreerde kort na de oorlog naar de Verenigde Staten. Bij het huwelijk van prins Aschwin met Simone Arnoux in 1951 te Londen was prins Bernhard getuige. Simone was gescheiden van Volrath von Watzdorf, bij wie zij twee zonen had, Thilo en Stephan. Aschwin werd assistent-curator van de afdeling Oosterse Kunst van het Metropolitan Museum in New York.

Hij schreef onder meer een boek over Indiase beeldhouwkunst. Toen Aschwins gezondheid verslechterde, besloten hij en prinses Simone in 1986 naar Nederland te verhuizen. Ze betrokken een voor hen door prins Bernhard gekocht appartement in Den Haag en vertoonden zich slechts zelden in het openbaar. In 1988 overleed prins Aschwin na een noodlottig ongeluk in de badkamer. Prinses Simone overleed na een langdurig ziekbed in november 2001. Beiden werden in Den Haag begraven, in aanwezigheid van de koninklijke familie.

< >