Gepubliceerd op 29-06-2020

apanage

betekenis & definitie

Oorspronkelijk een gift of erfdeel, bestemd om in de materiële behoeften van jongere vorstenzonen te voorzien, opdat deze prinsen naar hun rang en stand zouden kunnen leven. Apanage, ontleend aan het Frans, betekent erfdeel.

Het erfdeel of de gift kon bestaan uit een deel van het (kroon)domein, dat aan een prins van den bloede werd overgedragen en alleen in de mannelijke lijn overerfbaar was. Later kreeg apanage de betekenis van een som (jaarwedde) die op de staatsbegroting wordt uitgetrokken om tot onderhoud van niet-regerende leden van vorstenhuizen te dienen. Het bedrag wordt doorgaans bij de wet vastgesteld. Prins Frederik der Nederlanden kreeg als schadeloosstelling voor het verlies van zijn opvolgingsrechten in de Nassause erflanden een aantal domeingoederen in de buurt van Breda. Van de opbrengst van deze goederen moest de prins leven. Hij kreeg geen uitkering van staatswege, net zomin als jongere kinderen van de Nederlandse koningen en koninginnen die later ontvingen.

Bij het huwelijk van koningin Wilhelmina in 1901 is overwogen prins Hendrik een apanage te geven. Dit is toen niet doorgegaan. Wel ontving hij tot 1918 een apanage bestaande uit een jaargeld van zijn neef, de regerende Groothertog van Mecklenburg-Schwerin. De uitkeringen aan de Koning, de voormalige Koning en de vermoedelijke opvolger en hun echtgenoten, die krachtens de Grondwet en de Wet financieel statuut Koninklijk Huis worden verstrekt, vallen niet onder het begrip apanage.