Gepubliceerd op 29-06-2020

Breda

betekenis & definitie

Stad in Noord-Brabant, sinds 1403 verbonden met de Nassaus en tot 1567 hun residentie in de Nederlanden. De band tussen de Nassaus en Breda begon in 1403 toen de op de Dillenburg geboren graaf Engelbrecht I van Nassau trouwde met de rijke elfjarige erfdochter Johanna van Polanen.

Zij bracht als bruidsschat onder andere de heerlijkheid Breda mee. Het echtpaar ging in Breda wonen. Hendrik III van Nassau-Dillenburg en Dietz liet tussen 1510 en 1530 het kasteel van Jan van Polanen tot een renaissanceburcht verbouwen met een fraaie lusthof, het huidige park Valkenberg. Prins Willem I van Oranje bewoonde het kasteel regelmatig van 1551 tot 1567. In 1667 werd in het kasteel de Vrede van Breda (Tweede Engels-Nederlandse Oorlog) gesloten. Sinds 1963 maakt Breda samen met Diest (België), Dillenburg (Duitsland) en Orange (Frankrijk) deel uit van de Unie van Oranjesteden. In 1981 bezocht de koninklijke familie in het kader van de eerste Koninginnedag nieuwe stijl onder Beatrix Veere en Breda.Bij de ingang van park Valkenberg herinnert het door koningin Wilhelmina op 3 juli 1905 onthulde Nassaumonument aan de intocht van de Nassaus. Het monument in de vorm van een middeleeuwse toren is een ontwerp van P. Cuypers en herdenkt de toen 500-jarige verbintenis tussen de stad en de Nassaus. Op het monument staat geschreven: ‘Uit den Bredasche tak van het edele Huis van Nassau ontsproot Neerlands roemruchtig Vorstengeslacht’.

In de Grote of Onze Lieve Vrouwe Kerk liggen een aantal Nassaus en enkele Oranjes begraven, onder wie René van Chalon (de eerste Prins van Oranje uit het geslacht Nassau) en Anna van Buren (de eerste vrouw van Willem van Oranje). Willem van Oranje, die de Grote Kerk vaak bezocht, had hier ook begraven zullen worden. Maar toen hij in 1584 werd vermoord, was Breda in Spaanse handen en derhalve werd Delft zijn laatste rustplaats. Delft heeft sindsdien deze ‘functie’ van Breda overgenomen.

Sinds 1828 is in het Kasteel van Breda de Koninklijke Militaire Academie (KMA) gehuisvest. Op het voorplein staat een ruiterstandbeeld van koning-stadhouder Willem III, dat op 8 oktober 1921 werd onthuld door minister-president Ch. Ruijs de Beerenbrouck en de toenmalige opperstalmeester, aangezien koningin Wilhelmina en prins Hendrik verhinderd waren. Zie ook > grafkelder > grafmonumenten Unie van Oranjesteden.