Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

MAGIE

betekenis & definitie

middel om door bepaalde symbolische handelingen (woorden, gebaren enz.) mensen en dingen te beïnvloeden. In bepaalde samenlevingen, zegt Mauss, doet iemand die een vijand wil verblinden, een van zijn haren door het oog van een naald die gediend heeft om drie lijkwaden te naaien en steekt vervolgens met die naald de ogen van een pad uit.

Bij ons raakt men om het noodlot te bezweren hout aan (afkloppen). Dit sociale, universele en permanente verschijnsel heeft betrekking op een collectief geloof dat de mens invloed kan uitoefenen op de zichtbare en onzichtbare wereld; het heeft tegelijkertijd betrekking op de diepe onzekerheid welke bestaat in ieder mens. Polycrates offert een ring van onschatbare waarde op door deze in zee te gooien, om, zegt Gusdorf, het magisch gevaar te bezweren waaraan een uitzinnig geluk hem blootstelt. Magie houdt verband met een primitief gevoel van universele verbondenheid van → IK en buitenwereld. Vandaar dat het IK op deze buitenwereld (waaronder men ook de godenwereld moet verstaan) invloed kan uitoefenen. Magie heeft vaak een symbolische betekenis (een pop doorboren om een vijand te doden).

Magisch denken speelt een grote rol bij geesteszieken, vooral bij lijders aan → schizofrenie. Maar ook in het dagelijks leven komt magie, meestal in de vorm van bijgeloof, veel voor (almacht der gedachten, bezweringen, dwanghandelingen).MANA, een religieus getinte uitstraling van heilige personen of zaken. Mana is een onzichtbare macht die gevaarlijk of zegenrijk kan zijn en die ook op anderen kan overgaan. De ander krijgt daardoor een macht die aan de oorspronkelijke mana-drager toebehoorde. Het woord mana is van Polynesische oorsprong. Mana en → taboe zijn vaak verbonden. Een voorwerp, dier of mens met een machtig mana is vaak taboe. → Totem.