Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Boter

betekenis & definitie

door mechanische behandeling van room of melk afgescheiden vet. De waarde ervan hangt af van de gezondheid en het voer van de koe, waarvan de melk afkomstig is.

Groenvoermelk is gelig en rijk aan caroteen, droogvoermelk is wittig. Daarom wordt ze met boterkleursel (anatto) gekleurd om een hogere voedingswaarde te suggereren. Aangezien de melk voor het karnen gepasteuriseerd wordt om te voorkomen dat er ziektekiemen in komen (tbc), is ze geen ideale natuurlijke voeding meer. De Ewerskost schrijft daarom boerenboter voor, die bereid is uit verse melk (die echter volgens de wet niet overal in de handel gebracht mag worden), om de natuurlijke waarde van de boter te behouden. Goede boter mag niet minder dan 80% boter en niet meer dan 15% water bevatten. Een klein deel is melkeiwit uit karnemelk. Vervalsingen met water, gips, krijt, meel en goedkope anderssoortige vetten zijn mogelijk.

Het kleuren van de boter met kleurstoffen, van welke aard dan ook, kan van uit het natuurlijke standpunt alleen afgewezen worden, omdat een dergelijke behandeling alleen maar bedriegerij is. Men moet dat met de huidige stand van zaken in de wetgeving op de levensmiddelen echter maar voor lief nemen. Omdat boter slechts een gering gehalte aan onverzadigde vetzuren, maar wel een hoog cholesterine gehalte heeft, is ze minder geschikt voor mensen die cholesterine in hun dieet moeten vermijden.