XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Luit

betekenis & definitie

De luit is een snaarinstrument, afkomstig van de Arabische 'ud' (hout), met een achterblad in de vorm van een halve peer dat direct aansluit op een vlak voorblad. De fretten op de toets geven de plaats van de vingers aan, en de snaren worden met of zonder plectrum aangeslagen. Het uiteinde van de hals met de stemschroeven vormt een rechte hoek met de hals. De luitfamilie is groot en gevarieerd met vertakkingen over de hele wereld.

De Europese luit werd tijdens de Renaissance gebouwd in allerlei afmetingen als pendanten van de verschillende menselijke stemtypen. Een luit had geen vaststaand aantal snaren, geen gereguleerde stemming en luitmuziek werd niet in notenschrift vastgelegd maar in de 'luittablatuur', een methode waarbij met letters en andere tekens de vingerposities werden weergegeven en niet de toonhoogte. In de Renaissance was de luit met haar droge, heldere klank enorm geliefd; in de barok bleef vooral de basluit, de theorbe, in gebruik.